mysterybox 2

Pagina top navigatie elementen

Mysterybox: concluderen

Transcript

LEERKRACHT: Ehm bij wie zit het rijtje van het is een gok eigenlijk bij alle stukjes al vol? Wie heeft dus echt naar al die verschillende aspecten gekeken?
LEERKRACHT: Oké bij jullie ook? Goed! Ehm wat hebben jullie over .. wat kan je vertellen over hmhmhm van het object in de doos? Wat hebben jullie daar onderzocht?
LEERLING: Dat het magnetisch was (…) en toen merkten we dat (…) dat flipje was magnetisch.
LEERKRACHT: Oké, jullie zijn er wel zeker van volgens mij.
LEERLING: Ja, als deze magnetisch is (…)
LEERKRACHT: Oké, wie heeft nog iets anders onderzocht wat niet op het papiertje stond? Tristan jullie misschien? Of hebben jullie alleen de formuliertjes... of eh de aspecten gedaan van het papiertje?
LEERLING: Ja alleen van het papiertje.
LEERKRACHT: Alleen van het papiertje. Assed? Jij zegt nog nee?
LEERLING: Gewicht.
LEERKRACHT: Gewicht! Stond ie er bij of stond ie er niet bij?
LEERLING: Nee!
LEERKRACHT: Oh nee! Gewicht oké! En? Hoe zwaar is die van jullie?
LEERLING: 0,8 gram volgens mij.
LEERKRACHT: Oké vinden we dat zwaar?
LEERLING: Nou best wel.
LEERKRACHT: Weten jullie nog dat we hier zo’n moeilijkheid weer in zat waar we vorige keer zo’n discussie over hadden? Wat is zwaar? Ik hoor daar zeggen: ooh maar 0,8 maar hier hoor ik iemand die zegt ‘nou dat vind ik best zwaar voor een voorwerp’.
LEERKRACHT: Oké, Tristan nog.
LEERLING: Ehm, (…) 0,6 gram, nee 6,5 gram ja.
LEERLING: 6,5? Dat is wel heel erg veel.
LEERKRACHT: Dat is veel.
LEERLING: Ons doosje (…) 1,5 gram ofzo.
LEERKRACHT: Nou ik ben benieuwd! Eh Rik nog!
LEERLING: (…) ogen dicht en ogen open en toen eh ging iemand ruiken en toen was het eigenlijk eh nog best wel moeilijk (…) uiteindelijk (… ) achter gekomen.
LEERKRACHT: Oké, leuk. Eh Luc nog?
LEERLING: Ja kijk, we gingen gewoon eerst gingen we (…) en toen dachten we dat het een doekje was of zo. En toen zei een van ons groepje eh ja zeg maar om breder te maken en toen dachten eerst zo ja zo’n doekje en toen dachten we ja en toen zei Wouter (…)
LEERKRACHT: Oké! Maar hoe zijn jullie daar nu achter gekomen dat het dus niet een doekje was? Wat toen zei Wouter... wat zei Wouter toen?
LEERLING: Nou je hoort ook een belletje.
LEERKRACHT: Je hoort een belletje, oké.
LEERLING: Het klinkt al anders.
LEERKRACHT: Oké, nou ik ben benieuwd! Goed, eh, jullie mogen zo dadelijk de doos openmaken…

Wat zie ik hier?

• School: Basisschool ‘t Montferland
• Groep: 7/ 8
• Les: Mystery Boxen
• Op elke groepstafel liggen twee dozen. Eén doos is leeg; in de ander zit een voorwerp. De leerlingen moeten raden wat er in de doos (de ‘Mystery Box’) zit door alle zintuigen goed te gebruiken. In de lege doos leggen ze een voorwerp om vervolgens de twee dozen met elkaar te vergelijken: klinken ze hetzelfde als ik schud? Zijn ze even zwaar? Op welke hoogte voel ik het voorwerp tegen de doos aantikken? Hoe ruikt het?
Leerlingen schrijven op wat ze zeker weten over het voorwerp in de Mystery Box en welke vermoedens ze hebben over het onbekende voorwerp. Aan het einde van de les mogen ze de Mystery Box openmaken.

Wat doet de leerkracht?

Voordat de leerlingen hun mysterybox mogen openen, zorgt de leerkracht voor 'pas op de plaats'. In een gesprek vraagt ze naar de aspecten van het voorwerp die de leerlingen onderzocht hebben. Door hier bij stil te staan legt ze de nadruk op het proces. Wat heb je waargenomen en hoe heb je dat gedaan? Weet je het zeker of is het een gokje? Het resultaat is daarmee minder belangrijk: wat zit er in de doos en klopte jullie vermoeden? 

Wat doen de leerlingen?

De leerlingen blijken erg creatief in het onderzoeken van de inhoud van de mysterybox. Ze hebben niet alleen naar de vragen op het onderzoeksblad gekeken, maar ook onderzocht hoe het voorwerp ruikt en hoe zwaar het is. Door meerdere eigenschappen van het voorwerp te onderzoeken, weten ze meer over het voorwerp. Hierdoor is er meer kans dat ze het voorwerp uit de mysterybox goed raden. 

lesfasen